Over ouder worden en verandering

Oud-zijn is uit, en daarom heel erg in. Er verschijnt in woord en beeld nogal wat op het gebied van het bewaren van je jeugd, zolang mogelijk jong blijven en er vol voor blijven gaan. Dat heeft weinig te maken met het oprekken van de pensioengerechtigde leeftijd of met de almaar toenemende levensverwachting. Het heeft vooral te maken met vitaal blijven wie je bent en doorgaan met precies dat te worden: jezelf. Het boek Onvoltooid verleden levert daar een ontroerende bijdrage aan.

Twee jaar geleden werd Bert Ummelen (70), oud-journalist en voormalig Amerika-correspondent voor de VNU Dagbladengroep, lid van de mannenvereniging Probus Nijmegen. Hij ontmoet er Richard Grol, oud-hoogleraar Kwaliteit van Zorg, en zij komen op het idee om een ‘smoelenboek’ te maken van de leden. Grol als zeer verdienstelijk amateur-fotograaf in combinatie met de ervaren pen van Ummelen. 

Visie op ouder zijn en worden

Het project groeit uit tot een boek, dat inzicht geeft in een tijdsgewricht waarin maatschappelijk vooraanstaande mannen hun footprint konden zetten. Mannen die aan de wieg stonden van selectiepsychologie, orthopedie of gemechaniseerde rijstbouw in de tropen bijvoorbeeld. Of belangrijke functies vervulden zoals rector magnificus en voorzitter van de HBO-raad. Van elk van hen een foto met een zelfgekozen voorwerp dat hen typeert. Een wereldbol, een loep, een hoedje van papier, een krijtje, een haan. Zonder dat het boek een verzameling heldenverhalen is over hun persoonlijke verdienste, schetst Onvoltooid Verleden onbedoeld, maar ontroerend menselijk, een visie op ouder zijn en ouder worden na een actieve maatschappelijke functie. Het boek leest als een geschiedenisboek: geen stoffige terugblik van oude mannen, maar een hoopgevende schets van vitaal ouder zijn en nog ouder worden in een tijd waarin iedereen vooral heel jeugdig moet blijven. 

“Je kunt je leven telkens opnieuw inrichten.”

Worden wie je bent

Naast het portretteren van clubgenoten heeft Ummelen een persoonlijke motivatie die hem aanzette tot het schrijven van het boek. “Ouderen lijken uitgesloten van het postmoderne ideaal van zelfverwerkelijking. Daarin wegen noties als zelfsturing en -beschikking zwaar en die verdragen zich niet goed met het gangbare beeld van oud worden. Dat beeld wordt voortdurend neergezet in verval- en trotseerverhalen. Er is behoefte aan meer positieve verhalen over ouderdom. Zelfverwerkelijking is een klassiek moreel ideaal dat uitgaat van de gedachte dat je jezelf een leven lang ontwikkelt om ‘het beste uit jezelf’ te halen. ‘Worden wie je bent’ stopt pas met de dood. Daarvan legt ons boek een krachtige getuigenis af.”

Baywatch

“Er heerst een soort jeugdigheidscultus waarbij tachtigjarigen zich als tieners op een tropisch eiland behoren te gedragen. Het Zwitserleven gevoel,” zegt Ummelen. “Of ken je die reclame van die frisdrank? Die geeft precies weer wat momenteel de visie is op ouder zijn. Je mag niet oud zijn als je oud bent. Iedereen moet jeugdig blijven en vooral vitaal.” In de reclame waar Ummelen op doelt, heeft het drinken van een frisdrank een hevig verjongend effect op een oude, bejaarde man. Hij gaat à la Baywatch langs het strand joggen – lees: samen met mooie modellen in bikini – en bezoekt heftige nachtclubs in al even heftige outfits. Het maximale eruit halen. Je dromen waarmaken. Voor de thrill gaan.

Inflatie van verdiensten

“Het imago van ouderdom is ongelofelijk gedevalueerd in de tijd dat de mannen die in het boek zijn geportretteerd ouder werden,” vervolgt Ummelen. “Toen zij jong waren, bestond de verhouding leermeester – gezel. Met andere woorden: ouder zijn kreeg waarde door de opgebouwde expertise en vergaarde kennis, iets wat nu veel minder nodig is. Informatie en kennis zijn van relatieve waarde geworden. Daar heeft de komst van digitale technologie uiteraard een rol van betekenis in gespeeld. Ook ervaringsoverdracht, het delen van (levens)wijsheid, heeft een andere connotatie gekregen. De individuele ervaring, wijs of onwijs, is veel belangrijker geworden dan het kunnen leren van ervaringen van anderen.”

De inflatie van de drie grote verdiensten van het ouder zijn – kennis, ervaring en wijsheid – heeft gaandeweg tot een negatieve beeldvorming geleid rondom ouderdom en bejaard zijn. Oftewel: als je oud bent, ben je afgeschreven.

Maatschappelijk betrokken

Tijdens het interviewen van de geportretteerden ontdekt Ummelen echter een andere vitaliteit dan het beeld dat de media momenteel creëren. De portretten van de mannen die stuk voor stuk hun sporen hebben verdiend in hun vakgebied, het merendeel zelfs als pioniers of baanbrekers, schetsen een vitaliteit die niets te maken heeft met wat je lijf nog kan. 

“Natuurlijk spreken sommigen over de signalen van het ouder worden. Minder fit zijn, sneller moe, dit of dat kwaaltje, en natuurlijk zijn die confronterend. Maar niemand ervaart die ongemakkelijkheden als belemmerend. Een oud-huisarts zegt er zelfs over: ‘Je wordt vandaag gebombardeerd met de boodschap dat je vitaal moet blijven en je krijgt een waslijst wat je daar dan voor moet doen. Of laten. We lijken soms te vergeten dat er ook een einde is, dat we dood moeten en bereid moeten zijn plaats te maken voor nieuwe mensen.”

Ummelen beschrijft prachtig in zijn portretten wat mensen werkelijk vitaal houdt. “Wat zij delen, is dat elk van hen op een eigen manier een grote maatschappelijke betrokkenheid heeft. Dat uit zich op allerlei manieren en gek genoeg heeft het beëindigen van het beroepsleven daar weinig effect op. De hoogleraar geschiedenis van de Nederlandse taalkunde buigt zich weer in archieven over teksten om te kijken hoe die in elkaar passen. Maar nu gaat het niet meer om de ontwikkeling van onze taalregels, maar om de geschiedenis van zijn woonplaats Heumen. Anderen hebben grote bestuurlijke ervaring en zetten die in voor plaatselijke verenigingen. Zo is een ex-bankier penningmeester van het Hobby Centrum Nijmegen.” Daarmee heeft Ummelen een belangrijk element van het nieuwe oud-zijn benoemd: maatschappelijk betrokken zijn.

Nieuwsgierigheid

Een andere rode draad in de gesprekken blijkt nieuwsgierigheid te zijn. Gaat de een na een bestuurlijke functie een studie oppakken van oud-Engels, daar gaat de ander – een voormalig scheikundig ingenieur – religiewetenschappen studeren. Markant ook is het interview met de oud-econoom die in het Boeddhisme een leidraad voor het leven vindt die hem tevens helpt mild naar het levenseinde te kijken. Hij zegt hierover: ‘Ik ben nu een kandidaat om snel te overlijden. Dat vind ik niet erg. Ik heb de werkhypothese dat er na mijn dood weer een vergelijkbare constellatie zal zijn.” Deze en andere uitspraken die in het boek staan, drukken geen berusting uit. Integendeel, in hun context spreekt er telkens een groot vermogen uit om veerkrachtig in het leven te staan, zelfs ten aanzien van de dood. Dat het leven zijn tol eist – verlies van dierbaren, tegenslag, ongewenste kinderloosheid – spreekt voor zich. Geen van de ondervraagden legt hier echter de nadruk op. De focus is veel meer gericht op hoe daarmee om te gaan. “Het interessants is toch de ervaring dat je, wat je ook meemaakt, je leven telkens opnieuw kunt inrichten,” zegt een ontwikkelingspsycholoog hierover.

Ummelen vindt dan ook dat deze uitspraak typerend is voor het soort veerkracht dat er heerst onder de geportretteerde mannen en dat deze veerkracht, samen met nieuwsgierigheid en maatschappelijke betrokkenheid, een veel reëler beeld geeft van hoe oud-zijn op een vitale manier gestalte kan krijgen. “De echte leidraad is dat je bezig blijft te worden wie je bent,” besluit hij.

Onvoltooid verleden

Het boek Onvoltooid verleden (2018) is een getuigenis van mannen op leeftijd over hun leven. Het boek is leesbaar, ontroerend en elke geportretteerde staat in een zwart-wit foto afgebeeld met een voorwerp dat zijn loopbaan samenvat. Van geen van de mannen wordt zijn naam genoemd en dat is wellicht een van mooiste statements in dit boek: het gaat om de mens, zijn beeld van zijn beroepsleven en zijn beeld van zichzelf. Het gaat niet om de naam.

Onvoltooid verleden is uitgegeven door Valkhof Pers, Nijmegen. Met een voorwoord van Marcel Olde Rikkert, hoogleraar Geriatrie en hoofd van de afdeling Geriatrie van het Radboudumc Nijmegen, Cees van der Staak, emeritus-hoogleraar Klinische Psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, en Anja Machielse, bijzonder hoogleraar Empowerment van Kwetsbare ouderen aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht.

deel dit artikel