Al jaren zijn er urgente problemen in onze samenleving die we vaak ontkennen. Zolang de consequenties niet direct zichtbaar zijn of ons niet raken, kunnen we een lakse houding aannemen. Maar hoelang gaat dat nog goed? Dat is de vraag waarmee we ons bezig moeten houden. Duurzame verandering vraagt om een circulaire economie.
We gebruiken meer grondstoffen dan de aarde kan leveren. We creëren ook nog eens veel meer plastic dan we kunnen verwerken. Het resultaat is dat we blijven zitten met een grote hoeveelheid plastic die in rivieren en vervolgens in zeeën en oceanen terechtkomt. Vissen eten van deze gigantische plasticsoep, waardoor het plastic weer in onze eigen voedselketen terechtkomt. Dit artikel is een pleidooi om op een meer duurzame manier met onze grondstoffen om te gaan.
Circulaire economie
Moeder natuur bestaat uit talloze kringlopen: afval van de ene soort is voedsel voor de andere. Duurzaam met grondstoffen omgaan betekent dat we materialen in eenzelfde tempo kunnen aanvullen als waarin we ze gebruiken. De circulaire economie is een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardenvernietiging te minimaliseren. Hoe kunnen we met afval waarde creëren in plaats van verminderen? Door producten en haar onderdelen opnieuw te ontwerpen.
Ladder van Lansink
De peetvader van de circulaire economie is Ad Lansink. Al in 1979 ontwikkelde hij de Ladder van Lansink; inmiddels een wereldwijd verspreide standaard voor de omgang met de afvalhiërarchie. De ladder onderscheidt vijf treden: preventie, hergebruik, sorteren/recycling, verbranding en storten. Uitgangspunt is dat we ervoor moeten zorgen dat onze gebruikscyclus aansluit op de grondstoffencyclus door slimmer om te gaan met grondstoffen én beter om te gaan met het gebruik ervan.
Het idee achter de Ladder van Lansink is dat waardenbehoud wordt gemaximaliseerd door eerst te kijken naar producthergebruik, vervolgens hergebruik van onderdelen en als laatste hergebruik van grondstoffen. De producten van vandaag moeten dus de grondstoffen van morgen zijn. De onderdelen en grondstoffen van ‘gebruiksproducten’ (zoals een lamp) worden hergebruikt zonder kwaliteitsverlies (bijvoorbeeld in een nieuwe lamp of wellicht een nieuwe laptop). De grondstoffen van ‘verbruiksproducten’ (zoals tandpasta) zijn biologisch afbreekbaar en worden (na eventuele onttrekking van nog waardevolle grondstoffen) teruggegeven aan de natuur.
Slimme producenten
Een andere mogelijkheid is dat de producent aan het einde van de levensduur het product terugkoopt. Slimme producenten ontwerpen hun producten dan zodanig dat ze aan het eind van de gebruiksfase gemakkelijk demontabel zijn en materiaalstromen eenvoudig gescheiden kunnen worden. In plaats van de wegwerpcultuur ontstaat er zo een aanpak van terugbrengen en vernieuwen.
In lijn hiermee is er een trend waarneembaar dat klanten niet langer betalen voor het bezit van een product maar voor het gebruik ervan. Alleen de prestatie van het product bepaalt dan nog de waarde en daarmee wordt het leveren van de juiste kwaliteit extreem belangrijk voor de producent. Omdat het product eigendom blijft van de producent, zal bovendien herbruikbaarheid meer en structureel aandacht krijgen.
Verduurzaming mode-industrie
Op deze manier kunnen we ook omgaan met de verduurzaming binnen de kledingindustrie. Neem textiel. Naar schattig is 63% synthetisch. Deze stoffen – zoals polyester, nylon en acryl – worden gemaakt van fossiele grondstoffen. Bij het wassen ervan komt evenzoveel microplastic vrij, dat weer in onze rivieren en uiteindelijk in de oceanen terechtkomt. Een goed alternatief is om kleding te maken van natuurlijke grondstoffen als linnen, katoen, wol en zijde. Die materialen zijn CO2-neutraal en geven geen microplastic af. Op dit vlak zijn er voor wetenschappers en ontwerper mooie kansen om een veranderingsproces in gang te zetten. Zo zijn er onderzoekers bezig om kleding te maken van bioplastic en wordt er ook geëxperimenteerd met geheel nieuwe materialen. Iris Houthoff ontwierp bijvoorbeeld schoenen van paddenstoelenleer. Het materiaal groeit op reststromen, verbruikt nauwelijks water en is volledig biologisch afbreekbaar.
Tafelbladen van koffiepads
Binnen de architectuur is eveneens verandering zichtbaar op het gebied van duurzaamheid. De divisie Next Generation Design van ontwerpstudio Planqontwerpt meubels uit secundaire grondstoffen, zoals tafelbladen van gebruikte koffiepads met bijpassende ecodesign stoelen van gerecyclede textielvezels (uit spijkerbroeken en legerkleding).
Waarde creëren
Ook grafisch ontwerpers kunnen een bijdrage leveren aan een meer duurzamere circulaire samenleving. Door al vroegtijdig bepaalde wensen kenbaar te maken – en ons bewust te zijn van de beperkbaarheid van grondstoffen – zouden we het gedrag van consumenten kunnen veranderen. Ook moeten we duurzame circulaire creatieve concepten ontwikkelen en nieuwe perspectieven ontdekken. Dit kan lukken door te overtuigen en duurzaamheid van te benadrukken. Zo gaat mijn voorkeur altijd uit naar gerecycled en/of FSC-gecertificeerd papier en adviseer ik om drukwerk te laten produceren bij een drukkerij die werkt met duurzame inkten en die geen schadelijke oplosmiddelen (zoals Isopropyl alcohol) gebruikt. Sommige drukkerijen werken zelfs volledig CO2-neutraal – dat heeft natuurlijk helemaal de voorkeur.
Verder maakt mijn hostingprovider uitsluitend gebruik van groene stroom en is de vloerbedekking in mijn kantoor van gerecyclede visnetten gemaakt. Iedere stap naar een circulaire economie is er een in de goede richting en samen kunnen we een relevante, positieve impact leveren binnen het veranderingsproces.
Bronnen en meer lezen over dit onderwerp
Lansink, A. (2017). Challenging Changes. Connecting Waste Hierarchy and Circular Economy. Nijmegen: LEA.
Rau, Th. en S. Oberhüber (2016). Material Matters. Het alternatief van onze
roofbouwmaatschappij. Haarlem: Bertram + de Leeuw.
Lauwerens, T. (2018), Stof tot nadenken. Resource 13 (3), 12-15. Wageningen: Wageningen University & Research.
Website https://www.theoceancleanup.comover de strijd tegen de plasticsoep – een initiatief van Boyan Slat.