God is dood, wie erft zijn huis?

Niemand weet precies hoeveel kerken er in Nederland zijn. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van het Ministerie van OCW heeft niet de beschikking over alle relevante gegevens. Wel weet de Dienst dat het aantal ergens boven de zevenduizend kerkgebouwen ligt, waarvan er zo’n vierduizend hun kerkdiensten (gedeeltelijk) uitoefenen. Naar schatting zal de helft van deze vierduizend kerken in de komende tien jaar deze diensten moeten staken. Dat betekent dat we als maatschappij op zoek zijn naar een nieuwe functie voor zo’n vijfduizend gebouwen die zich meestal in het centrum van onze steden en dorpen bevinden.

The perfect storm

Een gebouw herbestemmen, dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De meeste kerkbeheerders zijn vrijwilligers die zich naast een drukke baan of na hun pensionering in een kerkbestuur inzetten voor praktische zaken, zoals dakrestauratie, verzekering en verhuur. Kerkbesturen komen in het algemeen zo’n elf keer per jaar bij elkaar…

Daar komt bij dat de meeste kerkbesturen in acute geldnood verkeren. Een kerk onderhouden is duur, en dan hebben we het nog niet over het energieverbruik: de stookkosten van de gemiddelde kerk in de winter zijn hoog genoeg om Jesse Klaver ‘s nachts wakker te houden.

Maar de grootste bedreiging voor het voortbestaan van kerken komt van het wankelen van het geloof zelf: in 2018 keerden gemiddeld ruim 250 mensen de kerk hun rug toe per dag,[1] een beweging die gevoed wordt door een aanhoudende stroom van schandalen binnen de Rooms-Katholieke kerk. Nederland is een van de minst gelovige West-Europese landen geworden en de trend naar secularisatie zet volgens het Sociaal & Cultureel Planbureau gestaag door.

Bezien door een veranderingsbril kun je spreken van een perfecte storm: er is geen expertise om de functie van kerkgebouwen te veranderen, er is geen geld om dit te realiseren en er is geen draagvlak om dit voor elkaar te krijgen.

Een kwestie van geloof

Wat te doen met al die gebouwen? Ze kunnen worden getransformeerd tot boekenwinkels of skatebanen, omgetoverd tot appartementen of expositieruimten. Kerkgebouwen kunnen ook de deuren sluiten en zichzelf laten ‘verruïneren’. Stuk voor stuk (recente) invullingen om tot een verandering in functie te komen, maar veelal op ad hoc-basis en uitgevoerd door vrijwilligers en een handjevol betaalde beheerders. Zij missen de kennis van ondernemerschap, het netwerk en het geld om op eigen kracht te innoveren. Gezien de schaalgrootte van de leegstand vind ik dat het probleem collectief aangepakt mag worden, door professionals. En deze professionals zullen moeten beginnen om het gebouw in beeldvorming los te koppelen van de religieuze functie, zodat méér mensen deze huizen ook als hun erfgoed gaat zien. Als ex-reclameman durf ik te stellen dat het concept ‘kerkgebouw’ toe is aan een herpositionering. Het probleem van onbestemde kerken is uiteindelijk een exercitie in het ontwikkelen van een nieuwe visie op hoe we deze gebouwen weer maatschappelijk relevant kunnen maken, aanvullend aan de bibliotheken en buurthuizen. Het herbestemmen van kerken is allereerst een oefening in branding.

Tempel zonder drempel?

Ik gaf in 2018 een gastcollege op de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daar vroeg ik een aantal aanstormende communicatieprofessionals wie er ooit naar dé kerk van Nijmegen – de Stevenskerk – was geweest. Slechts een paar handen gingen omhoog. Op de vraag ‘waarom niet?’ luidde het antwoord steevast: ik heb niets met religie. Het kerkgebouw wordt gezien als een Godshuis. In mijn onderzoek naar kerken is deze associatie met religie de grootste drempel om het gebouw te bezoeken, ook bij jongeren, die vaak geen afkeer hebben van het ‘instituut kerk’ zoals hun ouders, die zich veelal willen losmaken van de kerkelijke normen van hun jeugd.

En geef ze eens ongelijk, want hoewel het prachtige gebouwen zijn met een rijke geschiedenis, is er weinig te halen voor een ongelovige, jonge doelgroep. Als je geen kunsthistoricus bent, gaan de verhalen over bijvoorbeeld de beeldenstorm, die schuilen achter kleine details als een beschadigd icoon, grotendeels aan je voorbij. Als je geluk hebt, is de kerk open wanneer je spontaan besluit om een kerk te bezoeken. En als je nog meer geluk hebt, is er een vrijwilliger die je erover kan vertellen.

Innovatielek

In mijn werk om kerkbesturen en andere betrokkenen te helpen met het zoeken naar een nieuw bestaansrecht voor kerken kom ik het woord kerkbeheer vaak tegen – een veelzeggend woord. Het impliceert namelijk dat het conserveren van deze gebouwen als cultureel erfgoed het hoogste doel is. In mijn opinie leidt een missie van behoud af van de maatschappelijke opdracht om het gebouw te voorzien van nieuwe betekenissen.

Het is dezelfde valkuil waar veel bedrijven in trappen die minder snel veranderen dan de wereld om hun heen. Zij vragen zich af hoe ze nieuwe klanten kunnen winnen zonder drie fundamentele vragen te stellen: wie zijn we? hoe zijn we onderscheidend? en waarom zijn we relevant? Zonder een antwoord op deze vragen vrees ik dat de roep om conservatie steeds minder zal worden verstaan door een generatie die hard afrekent met organisaties die ze niet bedient op hun meest gestelde vraag: what’s in it for me?

Het grootste museum van Nederland

In 2016 kwam het Museum Catherijneconvent in Utrecht met een interessant idee in het kader van het rebranden van kerkgebouwen. Wat als we verschillende kerken samenbundelen in één propositie als ‘Grootste Museum van Nederland’? Door zeventien kerken aan te sluiten onder één vlag, één organisatie en één reclamecampagne trokken ze samen meer bezoekers, mits er sprake is van een professionele rondleiding die recht doet aan de betekenisvolle verhalen, duidelijke openingstijden en – niet onbelangrijk – degelijke koffie.

Hoewel ik de poging tot collectief organiseren waardeer, vind ik de invulling van een kerk als museum een gemiste kans. Zo positioneer je deze gebouwen als bevestiging van waar ze last van hebben: gebouwen die hun relevantie te danken hebben aan het verleden. Daarnaast ga je de concurrentie aan met de vele door publieksgeld in leven gehouden musea die worstelen met hun eigen uitdagingen om nieuw publiek te binden – niet bepaald een groeimarkt.

Kansen

Maar er is ook reden tot hoop. Ik denk namelijk dat er een maatschappelijke trend gaande is waar de leegstaande kerkgebouwen hun relevantie weer aan kunnen ontlenen. Want hoewel gelovigen de kerk als instituut massaal de rug toe keren, is het gat dat religie heeft achtergelaten in alles voelbaar. In tijden van fake news en post-truth (woord van het jaar 2016) is er een brede maatschappelijke behoefte naar een antwoord op de vraag waar we nog wél in geloven. Hoewel we dwingende normen van religie beu lijken te zijn is het ‘iets-isme’, Nederlanders die zich niet identificeren met een religie, maar wel geloven dat er ‘iets’ is, groeiende. Ook een zoektocht naar zingeving en betekenis lijkt zich te ontdoen van het stigma ‘spiritueel en zweverig’ en zich te openbaren in ons alledaagse leven.

Zo heeft elke moderne, commerciële organisatie tegenwoordig naast een winstoogmerk ook een purpose: een hoger doel. De app Headspace, een digitale begeleider in de wereld van meditatie en reflectie, is 11 miljoen keer gedownload en politieke partijen proberen hun kiezers over te halen met een debat over de Nederlandse waarden. Maar hoewel bedrijven en partijen inspringen op deze behoefte aan waarden en een hoger doel blijken ze slecht in staat om zinzoekenden aan zich te binden. Zo ligt de medewerkersbetrokkenheid bij de organisatie in Nederland op zo’n 12% en is het slecht gesteld met de burgerparticipatie. Blijkbaar hebben we geen behoefte om het ene instituut met het andere in te wisselen. Zouden we vooral behoefte hebben aan een gesprek met elkaar over betekenis zonder dat we daar een priester voor nodig hebben om ons te vertellen wat goed en kwaad is? Zouden leegstaande kerkgebouwen, die gebouwd zijn om stil te staan, verhalen te delen en gemeenschap te ervaren niet een fantastische rol kunnen pakken in een zinzoekende maatschappij?

God is dood

Church of Change

Een maatschappelijk, open dialoog over zingeving en betekenis. Met dit idee ben ik, samen met mijn broer en een oud-communicatiedirecteur van Greenpeace de Church of Change begonnen. We organiseren ‘kerkdiensten’ die gaan over het samen verkennen wat belangrijk is voor jou. Door middel van een open dialoog in plaats van een gepolariseerd debat. In de overtuiging dat deze dialoog helpt in het bestrijden van de betekenisloosheid en eenzaamheid die vooral jongeren lijken te ervaren. Het is nog te vroeg om van succes te spreken, maar onze eerste diensten zaten vol en dit jaar mogen we ook diensten gaan aanbieden in onder andere Berlijn en Toronto. Hoewel sommigen het nog moeilijk vinden om het concept ‘kerk’ los te koppelen van een religie zijn er veel mensen die dat wél kunnen en gelijk enthousiast zijn om mee te doen.

Een oproep tot volksvergadering

Het woord ‘kerk’ komt van het Oud-Griekse woord ecclesia, dat zoveel betekent als ‘een oproep tot volksvergadering’. Laten we deze oproep tot volksvergadering nieuw leven inblazen in de leegstaande huizen van God. Laten we als maatschappij samen oordeelloos de tijd nemen om stil te staan, niet bij dé waarheid, maar bij wat waar is voor jou. Op basis van mijn eigen experimenten met de Church of Change weet ik zeker dat dit tot nieuwe verhalen leidt die gaan over wat waar is voor ons. Als ik mijn zoektocht naar betekenis met anderen deel en vice versa, ontstaat er vanzelf een wij.

Toen de filosoof Nietzsche God doodverklaarde, deed hij geen uitspraak over het bestaan van God. Hij sprak er enkel zijn bezorgdheid over uit dat, als we religie achter ons laten zonder zélf op zoek te gaan naar een alternatieve bron van betekenis, we het gevaar lopen om onszelf te verliezen in nihilisme – in het ontkennen van het bestaan van betekenis. Meer dan honderd jaar later zie ik tekenen van dit nihilisme, verpakt in termen als fake news en post-truth. Een betekenisloosheid die zich uit in een stijgende lijn van burn-outs en depressies. Meer dan 130 jaar na Nietzsche hebben we God nog steeds doodverklaard en staat zijn huis leeg. Ik denk dat ook hij het niet erg zou vinden dat wij, als erfgenamen, de kerken zouden gebruiken voor een nieuwe invulling van de zoektocht naar zingeving en betekenis.


[1] https://cip.nl/71201-scpdirecteur-kim-putters-de-kerk-verliest-267-leden-per-dag

deel dit artikel